1903

Januari - december 1903

Johan Braakensiek, 4 Jan. 1903

Lamsdorf's zending door den Czaar.
Lamsdorf (tot Ferdinand, Alexander en Draga): Nou, stil wezen, lieve kinderen; maak dien zieken man niet wakker.

 


 

Johan Braakensiek, 11 Jan. 1903

Kuyper te Brussel.
Leopold (tot Kuyper): O, Mijn evenbeeld! Kom, laat ons samen reizen ...
Kuyper (tot koning Leopold) : Jawel, Sire, wat U met Nieuwjaar tot Uw ministers gezegd heeft, hebben ook mijn ministers tot mij gezegd: ook ik verdien blind vertrouwen ...

 


Johan Braakensiek, 18 Jan. 1903

Een zondebok.
Rijkskanselier Von Bülow : "Als het je soms troosten kan, vriend Von Holleben, JIJ krijgt de klappen, maar ... HIJ verdient ze!"

 


 

Johan Braakensiek, 25 Jan. 1903

Duitschland en Engeland als schuldeischers van Venezuela.
Wilhelm (tot John Bull) : Van dien verloopen kerel is toch niets te halen; zouden we samen niet liever dien parvenu (Uncle Sam) eens aanpakken?
John Bull: Ja . . . als we dat maar dorsten !

 


 

Johan Braakensiek, 1 Febr. 1903

De Duitsche Keizer en de Kroonprins in hun strijd tegen de oppositie.
De Kroonprins : Ik zal U helpen, Vader!
Wilhelm : Stil jongen, elk woord dat wij spreken maakt het monster nog woester . .

 


 

Johan Braakensiek 8 Febr.1903

De Regeering en de staking.
De Marez Oyens (tot Kuyper):
Wat moet ik doen? Welke lijn is veilig?
Kuyper : In het twijfelachtige onthoud U . . opdat gij zelf niet oorzaak van een ramp wordt . . .

 


 

Johan Braakensiek, 15 Febr.1903

De bedreiging met staking door de Gemeente-werklieden

De Stedemaagd (tot de wethouders) : September 1900 richtten de werklieden tot U het verzoek om herziening van het arbeids-kontrakt en van de werkloonen; den 10den Januari 1903 was het concept gereed . . . waarom hebt ge tot in Februari gezwegen? Wie is nu de schuldige, als Amsterdam in het Binnen- en in het Buitenland zijn naam als rustige en veilige veste verliest?

 


 

Johan Braakensiek, 22 februari 1903

Het Nederlandsche volk en de stakingskoorts.
Dr. Kuyper: Waarde Collega's, ik dank u voor uw goede bedoelingen . . . maar de patient heeft vooreerst rust noodig . . . rust!

 


 

Johan Braakensiek, 1 maart 1903

Naasting der Spoorwegen.
De Nederlandsche Maagd: IK behoor hier te staan, niet gij mijne heeren... Zoo eindigt de strijd ...

 


 

Johan Braakensiek, 8 maart 1903


Het herstel van den Min. van Justitie.
Minister Kuyper (tot Minister Loeff): Welkom collega ... maar je waagt je toch niet te vroeg buiten? Haast is niet noodig. Broeder Lohman als Minister zonder portefeuille zorgt wel voor de zaken.

 


 

Johan Braakensiek, 15 maart 1903

De spanning in het land tengevolge der strafwetsvoordracht.

Minister Kuyper (tot Thorbecke's schim):O,groote Staatsman,hoe red ik mij uit dezen nood?
Geef mij uw raad! Thorbecke : Mijn raad? Tracht uw tijd te begrijpen;
wees sterk door zedelijke kracht; houd hoog het Gezag;
bedenk: wie het Recht knakt en de vrijheid knot, verlaagt het Gezag tot dwingelandij...

 


 
Nolens,          Mees,         Lohman,          Kuyper         Borgesius,         Drucker,          Troelstra

Johan Braakensiek, 22 maart 1903

Behandeling der Strafwetsontwerpen
Dr. Kuyper : Zeg, laat hem toch niet koud worden.

 


  
              Loef            Loman             Kuyper

Johan Braakensiek, 29 maart 1903

'n moeilijke plaats in het Strafwetboek.
(Vrij naar een schilderij van Meijer de Haan: "Een moeilijke plaats in den Talmud".)

 


 

Johan Braakensiek 5 april 1903

De gewijzigde Strafwetontwerpen.
Ned. Maagd: Zie je nu wel, boertje, dat je leelijk overvraagd hebt ... en nu zal nog moeten blijken of de visch goed is . . .
Het vischboertje : Nou jufferlief, zet er je tandjes maar 's eerst in . . .

 


Johan Braakensiek 11 april 1903

De algemene staking.
De Nederlandsche Maagd ( tot Domela Nieuwenhuis): Verdwijn, en nu voor goed!
Recht en Vrijheid min ik; ik haat de Anarchie.

 


Johan Braakensiek, 19 april 1903

Een revolutie van één dag.
Koningin Draga van Servië: Maak er korte metten meê, Alexander! De vijanden onzer dynastie zijn ook de vijanden van ons land!

 


 

Johan Braakensiek, 26 april 1903

Ontslag der spoorwegwerklieden.
De Menschelijkheid : Mijneheeren, de schoonste overwinning is die, welke de minste slachtoffers maakt . . .

 


  

Johan Braakensiek, 3 mei 1903

Koning Edward VII in Frankrijk.
Loubet : Wat 'n geluk dat 't z'n kroon niet is.
De Czaar (tot keizer Wilhelm) : Zou je dat nu van oom gedacht hebben?
Wilhelm : Toujours Parisien !

 


Johan Braakensiek, 10 mei 1903

De zorg van Rusland en Oostenrijk voor het land van den Sultan.
Franz-Josef (tot Nikolaas) : Laat branden wat branden wil, als je d'r maar voor zorgt dat hij heel blijft ...

 


Johan Braakensiek, 17 mei 1903

De Lawa-Spoorweg in de Tweede Kamer.
Gouverneur Lely : Mevrouw, laat de zuinigheid de wijsheid niet bedriegen; er zijn kapers op de kust.

 


 
Jan Pietersz. Koen   Gijsbrecht van Amstel   Hugo de Groot      Koningin Wilhelmina

 Johan Braakensiek, 24 mei 1903

De opening der nieuwe beurs te Amsterdam.

De Stedemaagd : Majesteit, de Stichter van deze stad, de Grondlegger van ons koloniaal bezit, de Kampioen van de Vrije Zee, zij wenschen U te begroeten.
Koningin Wilhelmina : Laat hen voorgaan, Mevrouw; wat zou een Oranje streelender zijn dan hen dáár binnen aan het hoofd hunner vereerders, ter huldiging te mogen ontmoeten?

 


 

Johan Braakensiek, 31 mei 1903

Spanning in Oostenrijk-Hongarije.
Keizer Franz Joseph (tot zijn rumoerig kroost) : Zal het hier dan nooit rustig zijn? Jelui ziet, dat mijn beste vrienden mij al den rug toekeeren!

 


  

Johan Braakensiek 7 juni 1903

Het finantieel succes van den Amsterdamschen beursbouw

De Stedemaagd: Ze mogen de nieuwe beurs nu lelijk of mooi vinden,- ik ben maar blij dat 't zoo'n goeie spaarpot is.
Mr. Heemskerk ( wethouder van finantiën): " Heerlijk, Mevrouw......maar het valt op zoo'n gloeienden steen

 


  

Johan Braakensiek 14 juni 1903

De eventueele verkoop der West-Indische eilanden.

Minister Idenburg (de veilingsconditiën voorlezend): No.4 Curacao valt uit . . .
Voorts zal geen bod worden aangenomen tenzij de gegadigde zich verbindt een goed en vriendschappelijk buurman te zijn . . .

  


 

Johan Braakensiek, 21 juni 1903

Geen verhooging van de Jenever-accijns en geen verlaging van de Suiker-accijns

 


 

Johan Braakensiek, 28 juni 1903

De verkiezingen in Duitschland.
De keizerlije ruiters : Brutale kerels! Ze stoppen niet eens voor ONS!

 


 

Johan Braakensiek 5 juli 1903

De Amerikaansche vloot te Kiel.

Keizer Wilhelm: Zoo drukken wij, naar vorsten gewoonte, het beste uit wat onze natiën voor elkander gevoelen . . .
Uncle Sam : Maar dan maar voor een oogenblikje, hè, dat ding is zoo zwaar op mijn kop.

 


 

 Johan Braakensiek, 12 juli 1903

De Mogendheden en Mantschoerye.
John Bull (tot den Japanner) : Toe kereltje, haal jij nu die kastanjes eens voor ons uit het vuur, anders eet die Kozak ze allemaal op

 


Johan Braakensiek 19 juli 1903

Het "Delftsche Wonder" en de Lustrumfeesten.

Hugo de Groot : Mijn vaderstad, mijn Delft! Dit is uw grootste licht.

 


  

Johan Braakensiek, 26 juli 1903

De niet-Katholieken bij de dood van Paus Leo XIII.
Hij was een man . . . ons aller achting waard.

 


 

Johan Braakensiek, 2 Aug. 1903

President Loubert bij Koning Edward.
Marianne (tot Krüger) : Zoo had je nu ook moeten doen, oude heer
Krüger : Neen, dat kon ik niet . . .
Marianne : Jammer genoeg . . . Waarom was je ook geen Franschman!

 


 

Johan Braakensiek, 9 Aug. 1903

Het tapijt in de zaal voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

Stedemaagd (tot Mercurius): Wat doe je toch?
Mercurius: Och Mevrouw, ik zoek hier en daar een lapje..
Stedemaagd: Wil je dat wel eens laten! (Tot een man van den reinigingsdienst) Zoo'n inhalige snuiter! Hij besteelt ons. Toe pak hem bij zijn kraag . . .

 


 

Johan Braakensiek, 16 Aug. 1903

De Sultan en zijn vijanden op het Balkan-Schiereiland.
De oproerigen : "Vader, ik sta op jou kasteel!"
De Sultan : "Als ik maar niet dat ellendige blok aan 't been had, dan zou ik je . . ."

 


 

Johan Braakensiek 23 Aug. 1903

Minister Kuyper te Ischl (Tyrol).

Keizer Fransz Joseph : Wil je wel gelooven, meneer Kuyper, dat het mij in al die jaren niet gelukt is zoo'n goede Hongaar te worden als u een Tyroler.
Minister Kuyper : Ja, Sire, en toch doe ik het alleen maar als grap.

 


  

Johan Braakensiek, 30 Aug. 1903

Engeland's aanbod aan de Joden van een territoir in Zuid-Oost Afrika.
John Bull : Een vrij land, een onafhankelijke, een zelfstandige Staat, maar onder mijn Suzereiniteit
De Zionist : Maar als wij dan eens diamanten vinden? John Bull : Dan kom ik zelf.

 


 

Johan Braakensiek, 6 Sept. 1903

De strijd in Macedonië.
Keizer Frans Joseph (tot den Czar) : Wat een geluk, hoofd der Grieksche kerk, dat ons Christendom ons niet de verplichting oplegt dat bloedbad te doen eindigen . . .
De Czar (tot Frans Joseph) : Zeker, Allerchristelijkste Majesteit! . . .

 


Johan Braakensiek 13 Sept. 1903

Koning Leopold te Parijs om zich te verdedigen als Congo-koning.

Koning Leopold (tot Loubert) : Wat zegt U daar nu van? John Bull beweert, dat ik nog meer gemarteld, geroofd en gemoord heb, dan hij . .
Loubert : Nee Majesteit, dát is onmogelijk . . .

 


Johan Braakensiek, 20 Sept. 1903

De Troonrede.
De Nederlandsche Maagd (tot Minister Kuyper) : Neem je niet te veel hooi op je vork, vrees je niet, je te zullen overwerken?
Kuyper (op de kast wijzend) : Geen nood, de vorige jaren was het niet minder . . . en ik ben toch gezond gebleven.


Johan Braakensiek 27 Sept. 1903

Protectionisme in Engeland en hier.
Chamberlain (tot zijn ambtgenooten in het Ministerie-Balfour) : Vaarwel mannen! Het uitzicht lijkt mij beneden nog beter.
Kuyper (tot Harte, ziende naar Chamberlain, die als Jan van Schaffelaar uit den toren springt) : Of ik dat bewonderen moet, weet ik niet . . . maar valt er misschien voor jou niet iets uit te leeren?

 


 

Johan Braakensiek 4 okt,1903

Gevangenis en huisgezin.

Justitia (tot Minister Loeff) : Vondel heeft reeds gezongen :
"Ik wreek geen kwaad, maar dwing tot goed;
Straf is mijn hand; maar lieflijk mijn gemoed!"

Zoudt gij mijn lieflijk gemoed niet wat krachtiger in Uw strafwet kunnen doen spreken?

 


  

Johan Braakensiek, 11 okt, 1903

De Keizer-Koning van Oostenrijk-Hongarije.
De Czar : Ik dank Uwe Majesteit voor de hartelijke ontvangst en de opwekkende jacht.
Minister Von Korber (gedienstig) : Uw Hongaarsche Koningsmantel, Sire.
Frans Joseph : Nu ben IK het gejaagde wild!

 


  

Johan Braakensiek, 18 okt, 1903

De Russische "overwintering" in Mandschoerije.
De Japanner (tot den Rus) : U zoudt immers 8 October vertrekken? (Tot den Chinees) : Sukkel, hou jij er je maar buiten.
De Rus : Maar vriend, hoe kun je nu zoo onbeleefd zijn? Zie je niet, dat ik mij net voor den winter huiselijk heb ingericht?

 


 

Johan Braakensiek, 25 okt, 1903

Marianne, de welbeminde.
Marianne (tot president Loubet) : Een galerij van historische momenten, al die souvereinen-kussen! Ge ziet, mon ami, dat ik mijn oude aantrekkingskracht niet heb verloren, sedert ik mijn Phrygische muts draag.

 


 

Johan Braakensiek, 1 Nov. 1903

Generaal Van Heutsz in de vrijhaven van Sabang-Baai.
Generaal Van Heutsz (de handen van Mars en Mercurius in elkaar leggend) : Vriend Mars, ge hebt met kloeken moed en wijs beleid den weg voor Mercurius gebaand. Aan hem thans de taak, de rijke hulpbronnen van Atjeh dienstbaar te maken aan den bloei van Vaderland en Kolonie!

 


 

Johan Braakensiek 8 Nov. 1903

Onwelkome Professoren-benoemingen.

Minister Kuyper (tot Dr. Mende-Ernst) : Courage vriend, ik deel hier de lakens uit, dat hebt ge in Utrecht kunnen zien!
(Tot den protesterende Leidsche Hooggeleerden) : In naam van de Homoeöpathie, doe open de poort!

 


 

Johan Braakensiek 15 Nov. 1903

Noord-Amerika en Panama.

Uncle Sam (tot Columbia) : Als je nog een mep wilt hebben moet je het maar zeggen, maar van dit lieve kereltje blijf je af . . .
John Bull : Die Uncle Sam is toch een vent, van wien ik nog iets kan leeren!
Marianne : Zoo kom ik tenminste aan mijn duitjes.

 


  

Johan Braakensiek, 22 Nov. 1903

De financiën van Nederland en die van Amsterdam.
Mr. Heemskerk : Zeg eens Ober, krijgen wij haast wat, we hebben zo'n honger . . .?
Ober Kuyper : 'n Beetje geduld, m'neer, aan uw gerecht wordt gewerkt.

  


  

Johan Braakensiek, 29 Nov. 1903

Indië in nood.
Een stem van boven : Terwijl de Senaat delibereert, gaat Indië verloren.

 


 

Johan Braakensiek, 6 Dec. 1903

St.Nicolaas en de Politiek.
St.Nicolaas (tot Kuyper) : Kijk eens, kereltje, al die poppen, en ik heb er nog meer, zijn voor jou. ., daar mag jij nu maar altijd door van smullen.

 


  
                           Kuyper    Talma     de Visser      v.d. Vlugt      Nolens       Aalberse

Johan Braakensiek, 13 Dec. 1903

Na de Godgeleerde debatten in de Tweede Kamer.

Prof. V.d. Vlugt (tot Kuyper) : Nu kunnen we, dunkt me, onze zwarte das wel weer aandoen.
Minister Kuyper : Zoo je wil, die witte staat je anders niet slecht.

 


 
  Pastoors   Heemskerk   De Ridder   Troelstra   Loeff   v.Nispen    v.Raalte   Idsinga   Drucker

Johan Braakensiek, 20 Dec. 1903

Minister Loeff bij de behandeling van de Staatsbegrooting voor Justitie.
Minister Loeff (ziende naar Troelstra) : Een distel. . .
Nederlandsche maagd (tot Minister Loeff) : Een dis tel, ja; één distel maar, bij zoo veel welverdiende bloemen.

 


 

Johan Braakensiek, 27 Dec. 1903

Het Amerikaansche overschot van $ 54.000.000
Uncle Sam : Let wel op, geëerde collega's! - al die gouden en papieren dollars haal ik zóó maar uit mijn hoed . . . doet me dat eens na asjeblief!